Voor zover bekend werd er circa 30 jaar na de oprichting in 1922 voor het eerst aandacht besteed aan het op papier zetten van clubnieuws. We spreken dan over 1952/1953. Je moest je daar niet al te veel bij voorstellen. Voormalig secretaris Hendrik Krake was de initiator om een soort van rondschrijven onder de leden te verspreiden. Dat ging toen via een aantal pagina’s clubnieuws( twee of vier pagina’s?) die Hendrik met zijn mechanische typemachine in stencilvorm liet optekenen. De oplage was klein. Wat zou het zijn in die tijd; 60 tot 70 stencils misschien? In oktober 1952 telde de RKSV Enter immers100 leden. De uitgaven verschenen niet met regelmaat maar af en toe. Hoe vaak en tot hoe lang is niet meer te achterhalen. SV Enter beschikt helaas niet over deze unieke nieuwsbrieven die “De Rood-Wit Nieuwsbode” werd genoemd.
In januari 1959 pakte Hendrik echter de draad weer op en ontstond de geboorte van een heus clubblad dat bovendien ook nog eens periodiek werd uitgegeven. Over het ontstaan en het vervolg wordt in vier tijdsblokken aandacht besteed aan de chronologische ontwikkeling van ons clubblad. Hieronder volgt deel 1 over de periode 1959 t/m 1969.
door André Ezendam
Periode: 1945-1969; Na de oorlog achter de RK kerk
Jaartal: 1959 t/m 1969
Bladzijdes Jubileumboek: 90 t/m 93
Het schijnt dat er begin jaren vijftig van de vorige eeuw al (met enige regelmaat) een soort van rondschrijven verscheen, die de ontwikkelingen, uitslagen en nieuwsverslaggeving over de RKSV Enter publiceerde. Dat werd af en toe geschrevenen uitgebracht door Hendrik Krake. Elders indit jubileumboek staat vermeld wie Hendrik Krake was. Men noemde het nieuwsverslag ‘De Rood-Wit-Nieuwsbode’. Vanaf wanneer, hoe lang en met welke regelmaat dit gebeurde is helaas niet duidelijk. In die tijd werd helaas niet alles goed gedocumenteerd en bijgehouden. Het schijnt een soort van stencil te zijn geweest, in de trant van het NederlandIndië krantje van destijds. Wat wel zeker is, dat is dat op 15 januari 1959 het eerste officiële clubblad van RKSV Enter werd uitgebracht. De redactie was gevestigd aan de Baanakkersweg 2. Dat is ongeveer waar tegenwoordig de Tennisvereniging Enter haar ingang en parkeerterrein heeft. Daar woonde destijds de familie Krake, en oudsecretaris Hendrik Krake (geboren in 1911) was toen de allereerste redacteur. Hendrik Krake was de ongehuwde oom van oud-voorzitter Alfons Krake, en woonde in bij het gezin Krake. Hendrik schreef zelf de inhoud en publiceerde ook de aangeleverde teksten van o.a. de Geestelijk Adviseur, de voorzitter, overige bestuursleden, elftalleiders etc.
De gekozen naam van dit eerste cluborgaan was ‘Uit het Roodhuidenkamp’. Het verscheen elke 15e van de maand, en de naam heeft slechts één jaar bestaan. Er kwamen direct na het verschijnen van het eerste nummer van ‘Uit het Roodhuidenkamp’ kritische opmerkingen van een aantal lezers. Dat ging dan over de gekozen naam. Hendrik Krake kwam daar direct in het tweede nummer op terug. Het was geenszins de bedoeling om de naam te liëren aan een negatieve of bespottelijke verwijzing naar de Indianen.
De naam is eigenlijk ontleend aan de beginjaren, van toen nog EVV. Die eerste shirts waren bloedrood, met een witte kraag en witte manchetten. De vader van slager Gert Lammertink (Ketien’n Gert) kocht die destijds bij sportzaak De Duif in Hengelo. Met instemming van het volledige bestuur werd in 1959 gekozen voor die naam. Wel was de toenmalige redactie (Krake) zich er na verloop van tijd van bewust dat de naam beter gewijzigd kon worden. In het tweede nummer al wordt een suggestie gedaan om via een kleine prijsvraag eind 1959 de leden te betrekken in het kiezen van een andere naam.
Wie uiteindelijk met de naam ‘De Enter Sportkroniek’ op de proppen is gekomen, daarover is niets bekend. Met ingang van januari 1960 werd dus gekozen voor de naam ‘De Enter Sportkroniek’. Terugkomend op de inhoud van het eerste nummer van januari 1959. Dit eerste exemplaar bestond uit 94 advertenties verdeeld over 12 advertentiepagina’s! Moet je nagaan. Vier-en-negentig advertenties ….. en dat in die tijd! Dat was knap veel. Van de 94 advertenties kwamen er 65 van Enterse (voornamelijk) kleine en middelgrote bedrijven. Een aantal van die bedrijven en eenmanszaakjes hadden naast hun kleine nering ook vaak een betaalde baan, want anders kon men in die tijd niet fatsoenlijk rondkomen.
In het jubileumboek zijn een aantal van dit soort advertenties gepubliceerd. Het zijn allemaal al lang niet meer bestaande bedrijven of eenmanszaakjes. We kunnen een glimlach niet onderdrukken als we de opmaak en inhoud van die advertenties onder de loep nemen. Serieus, vindingrijk, en goed doordacht in 1959; curieus, grappig en aandoenlijk in 2022. Van de 94 bedrijven die in 1959 adverteerden, zijn er in 2022 nog maar 12 over. Waaronder Heineken, Coca Cola, en Friesche Vlag (hoewel dat tegenwoordig ook Friesland Campina heet). Van de overige 9 Enterse bedrijven die (via hun nazaten en kinderen) bestaan, heeft er niemand meer dezelfde naam als in 1959, dus …. blijven alleen de multinationals Heineken en Coca Cola over. Nou ja …. en Friesche Vlag, een beetje. De rest is gewoon weg!
Genoeg over de advertenties. Het allereerste artikel van ‘Uit het Roodhuidenkamp’ wat gepubliceerd werd was afkomstig van kapelaan J.W.A. Schouten, de Geestelijk Adviseur. Zo’n kapelaan sprak je in die tijd (officieel) nog net niet aan met Monseigneur, maar met Weleerwaarde Heer. Tja … zo ging dat tot begin jaren zestig. Nou hoor ik de lezers die na (pak ’m beet) 1965 geboren zijn denken … een Geestelijk Adviseur? Die heb je toch niet nodig naast een bestuur, trainer en een elftalleider? En wat is een kapelaan? Om met dat laatste te beginnen. Een kapelaan was de Herdershond van een pastoor. Nou ja, niet letterlijk natuurlijk, maar hij was de hulppriester van een pastoor. En de bijdrage van een Geestelijk Adviseur was in de tijd dat onze vereniging nog RKSV Enter werd genoemd.
De Geestelijk Adviseur werd in die tijd als normaal beschouwd bij een Katholieke (Sport)vereniging. Hij hoefde geen verstand van voetbal te hebben, omdat dat zijn taak niet was. Daar had je weer andere mensen voor. De Geestelijk Adviseur was min of meer het ‘morele kompas’ van een vereniging. Dat strookte niet altijd met de strijdlust en mentaliteit van een vereniging, maar hij hield je bij de les op gebied van wat wel of niet netjes of betamelijk was. Ja, je zou hem ook een soort van zedenprediker of moraalridder kunnen noemen.
Maar goed. In die tijd vond men het belangrijk dat een Geestelijk Adviseur zijn bevindingen op papier ging zetten, en wel op een prominente plek in een clubblad. Nou … dat bleek met zijn bijdrage op de eerste pagina wel degelijk het geval. Naast de 12 advertentiepagina’s bevatte het eerste nummer 16 pagina’s tekst. Een bijdrage van L. Brunt, de secretaris-penningmeester van de KNVB. Een bijdrage van Frans Heering, onze voorzitter van het dagelijks bestuur. Ook de secretaris, Hendrik Krake, schreef over een nieuwe periode. En verder bijdragen van H. Otten, en van pseudonieme schrijvers als Pe Me (Mekenkamp), G.G. (Gerre Grouwe), wedstrijdverslagen, de toto en jeugdbijdragen.
Het clubblad werd vanaf 1959 gedrukt en verzorgd door de Erkende Pontschool in Hengelo. Van daaruit vonden de clubbladen hun weg naar Enter. Krake is redacteur tot en met juli 1959. Vanaf augustus is Jans aan de Stegge (Keiders Jenske) de nieuwe redacteur. Hij verzorgt de redactie gedurende 4,5 jaar en eindigt dus met het 1e lustrum. Wegens bijzondere omstandigheden, schrijft hij, is hij in de nabije toekomst niet in de gelegenheid om zijn redactionele werkzaamheden voort te zetten. Lees echter; Hij gaat trouwen en heeft wel wat beters te doen. Jans bedankt een ieder die een bijdrage heeft geleverd, en in het clubblad van december 1963 zijn z’n laatste zinnen: “Vijf jaar zijn vervlogen en als laatste wil ik even mijn excuses maken voor de altijd late verzending van de clubbladen.
De Enter Sportkroniek kwam NIMMER op tijd. Forgive me!” Wij nemen het direct aan. Jans kon chaotisch zijn. Dat typeerde hem ook wel een beetje. Alles op het laatst laten aankomen, maar uiteindelijk kwam het er … Zijn spaarzame vrije tijd doorbrengen met vrienden in het café was ook belangrijk. Daarna kwam de rest. December 1963 neemt G.J. aan de Stegge (Keiders Jenske) dus afscheid als eindredacteur. Hans Mekenkamp (Pop’n Jehans), onderwijzer aan de Sint Jozefschool, volgt Jans aan de Stegge op.
Hans Mekenkamp vervult het redacteurschap niet zo lang. Van januari 1964 t/m juli 1965. In augustus 1964 wordt in het clubblad melding gemaakt van uitbreiding van de redactie met twee personen. Bernard Leemreize en Johan Kamphuis zullen vanaf nu mede een lezenswaardige bijdrage gaan leveren. Als onderwijzer krijgt Mekenkamp een standplaats in Lichtenvoorde, en dat valt voor hem moeilijk te combineren. Johan Kamphuis (de Beuze) wordt met
ingang van augustus 1965 de nieuwe eindredacteur. Hij schrijft af en toe onder z’n pseudoniem ‘Jokabeus’. Leemreize houdt het na 12 maanden voor gezien. Ook Johan Kamphuis was niet erg lang belast met het redacteurschap.
Zelfs een kortere periode, nl. tot september 1966. Johan moest het op doktersadvies rustiger aan gaan doen. Johan was naast redacteur ook bezig met St. Eloy, een afdeling van de plaatselijke arbeidersbond NKV. Daarnaast had Johan een tijdrovende positie bij muziekvereniging Sint Caecilia. Dat alles werd hem teveel Althans; dat schrijft de nieuwe eindredacteur Herman Kerkhof. Herman neemt vanaf november 1966 het eindredacteurschap op zich. In het novembernummer geeft Herman aan dit tijdelijk te willen doen, in afwachting van zijn oproep voor een nieuwe redacteur. De praktijk zal uitwijzen dat dit niet bepaald gaat lukken. In het decembernummer van 1968 maakt Herman gewag van ’10 jaar Enter Sportkroniek’. Begonnen met een oplage van 150 stuks, is dit aantal in 10 jaar tijd verdubbeld tot 300. Uiteindelijk zal Herman pas eind 1974 stoppen als eindredacteur en wordt e.e.a. overgedragen aan Joop Bomers. Hierover en meer verwijzen wij naar het volgende blok ‘De Enter Sportkroniek’ (1969 – 1985).